Door Wilber Scheer (wilbert.scheer@wanadoo.nl) en Fjodor van Slooten (fjodor@palmclub.nl)

Mobiel internetten met je handheld lijkt moeilijker dan het is. Of het nu gaat om surfen, mailen of WAPpen, met behulp van een aantal stappen ben je in no-time in de lucht. Behalve de handheld heb je ook een GSM telefoon nodig. Liefst eentje met een ingebouwd modem en een infrarood-poort of bluetooth mogelijkheid. Enkele voorbeelden hiervan zijn de Ericsson SH888, T28(s), T68, Siemens S** series, Nokia 6210, 6310, 7110, 8210, 8810 en 8850 (meer). Telefoons die geschikt zijn om mee te WAPpen, hebben in ieder geval een ingebouwd modem.

Alternatieven
Mocht je telefoon niet over bovengenoemde mogelijkheden beschikken, dan zijn er diverse alternatieven. Er is de combinatie kabel met soft-modem, GlobalPulse en er zijn ook datakabels te koop voor de verbinding Handheld <-> GSM telefoon, als je telefoon wel een ingebouwd modem heeft maar geen infrarood-poort of bluetooth. Zoals bijv. de Siemens C35, M35 telefoons. Voor dit soort telefoons kan je bijvoorbeeld de PDA Mobile Suite gebruiken. Kijk op onze Shop-pagina onder kabels/accessoires voor leveranciers.
Een ander alternatief voor Palm-handhelds is het Palm (V/m5xx) modem met GSM upgrade kit. Palm biedt op haar website Palm.com/mobile meer alternatieven.

Telefoon instellen
Bij een telefoon met infrarood poort moet je eerst deze poort activeren. Kijk in de handleiding van je telefoon hoe dat moet. Het instellen van een bluetooth verbinding heeft wat meer voeten in de aarde. Kijk op Palm.com/mobile onder "How to setup your mobile phone" voor het instellen van bluetooth en GPRS voor verschillende toestellen.
Behalve dat je telefoon geschikt moet zijn voor datacommunicatie (door het ingebouwde modem) moet je ook een GSM abonnement hebben dat datacommunicatie toestaat. Tegenwoordig is dat bij vrijwel alle mobiele aanbieders standaard, vroeger moest je het in sommige gevallen aanvragen.

De handheld instellen
Net als bij een PC moet er ook het één en ander in de software worden ingesteld voordat je kunt internetten. De handheld moet immers de gegevens van de provider, zoals bijvoorbeeld het inbelnummer, weten. Niet bij ieder type handheld gelden dezelfde instellingen. Als er verschillen zijn, staat de PalmOS versie aangegeven. Je kan je PalmOS versie checken door in Applications Help, About uit het menu te kiezen.
Voor GlobalPulse moet je eerst de bijgeleverde software (driver) installeren, en bij het instellen van de connectie de GlobalPulse driver selecteren.
Voor een GPRS verbinding zijn de hier beschreven stappen anders. Kijk op de Palm.com/mobile site voor een versie voor GPRS!

Alle instellingen aangaande de verbinding worden via de Preferences opgegeven (icon Prefs).
Ga om te beginnen naar het onderdeel Network en maak daar een nieuwe Service aan. Geef die bij voorkeur de naam van je provider. Type daaronder je username en password en daaronder het inbelnummer.	PalmOS 3.3 en hoger PalmOS 3.0/3.1
Klik daarna linksonder op details. Hier dienen ook nog een aantal specifieke parameters te worden opgegeven. Deze gegevens krijg je bij aanmelding altijd van je provider en zal daarom per gebruiker verschillen. Connection type is zo goed als zeker PPP. Idle timeout heeft te maken met het feit wat er gebeurt als er geen verbinding tot stand wordt gebracht. Gegevens omtrent de zogenoemde Dynamic Name Servers (DNS) zijn bij de provider bekend. De meeste providers werken met dynamisch toegewezen IP-adressen. Daarvoor kan Automatic worden aangeklikt. Gebruikers met vaste IP-adressen kunnen dat helemaal onderin aangeven.
PalmOS 3.0/3.1: Wanneer verbinding wordt gelegd via infrarood bij Preferences -> Serial/IR "Infrared" kiezen. In alle overige gevallen "Cradle" kiezen. Een laatste parameter moet onder Preferences -> Modem worden ingesteld. In de bijgaande afbeelding staan de meest uniforme instellingen.
PalmOS 3.3 en hoger: Hier gelden dezelfde instellingen als hierboven beschreven onder Network. Daar staat (zie illustratie) de extra optie Connection. Die optie wordt bepaald bij Preferences -> Connection. Maak hier een nieuwe verbinding aan en geef er een naam aan. De enige echt belangrijke instelling is die onder Connection Method. Hier kun je bepalen hoe een verbinding tot stand moet worden gebracht. Kies "Serial to Modem" voor een verbinding via de seriële/cradle poort en "IrCOMM to Modem" voor een verbinding via infrarood. Ga daarna naar Network en kies daar onder Connection de zojuist aangemaakte definitie. Nu is alles ingesteld. De verbinding kan vanuit Network (uit Preferences) worden gekozen of vanuit een applicatie, zoals een browser of e-mail programma.

Voor meer informatie en tips:

• "Internetten met je Palm"
• GSM verwijzingen
• "Wappen met je Palm"
• Internetten via bluetooth verbinding met PC

Dit document meenemen op je Palm

• In DOC formaat om met een DOC-reader op je Palm te lezen
• Dit document is ook beschikbaar als Acrobat bestand